Tussen chemotherapie en bevallingen (Linda)


Maandag 18 maart 


Deze week verruil ik de radiotherapie voor de chemotherapie. Even ingrijpend voor de patiënten maar toch helemaal anders. Ik vraag me af of ik hier veel ga kunnen doen. In België mogen de studenten immers niet aan de chemo komen. Het zal in elk geval een korte werkweek worden want donderdag is het feestdag: de dag van de mensenrechten.

De dienstdoende zuster is ook hier erg vriendelijk en geeft meteen heel veel uitleg. Het is nog vroeg en de patiënten zijn er nog niet. Zij moeten eerst langs de dokter waarna de medicatie klaargemaakt wordt door de apotheek en daarna komen zij bij ons terecht. Ze vertelt over de medicatie, wanneer er tussen twee verschillende baxters gespoeld moet worden, hoe de papieren moeten ingevuld worden en nog zo veel meer. Elke keer wanneer ik in de komende dagen een vraag heb, zal ze meer dan bereid zijn om me uitgebreid antwoord te geven.

De patiënten komen binnengedruppeld. Ze krijgen een infuus geprikt en een comfortabele zetel. De baxters worden aangehangen en dan is het wachten tot alles ingelopen is.



De chemozaal. De patiënten verblijven hier enkele uren, afhankelijk van welke medicatie ze toegediend krijgen. Op de achtergrond speelt de radio. Het valt me op dat ze vooral 'wachten'. Niemand heeft een boek bij en er wordt weinig onderling gepraat.


Ik help waar ik kan: ik neem bloeddrukken, vul papieren in, maak infusen klaar voor de patiënten die eerst heel veel vocht krijgen toegediend bij een bepaalde chemo die heel giftig is en schadelijk voor de nieren om te checken of de nieren nog voldoende werken vooraleer ze daadwerkelijk de chemo krijgen. Ik verwissel mee de baxters en noteer de tijd wanneer ze doorgelopen moeten zijn. Elk half uur ga ik bij iedereen checken of de aanprikplaats van het infuus nog intact is. Geen zwelling, geen pijn, normale huidskleur. Het is een erg belangrijke controle om te zien of de chemo niet buiten de aders loopt want dit kan heel ernstige gevolgen hebben: van heel veel pijn tot afsterven van weefsel. Gelukkig gebeurt het heel zelden.

Het is vandaag een kalmere dag en we zijn met twee studenten dus ik kan me een beetje rustig inwerken.

Rond 13 u is er niet veel meer te doen. De meeste patiënten zijn klaar; er zijn er nog een paar die aan hun laatste baxters toe zijn en die enkel nog gemonitord moeten worden en ik krijg de toestemming om nog naar de materniteit te gaan. Vandaag werk ik tot 19 u en ik hoop nog een paar kindjes te kunnen zien geboren worden. Dit is het voordeel van buitenlandse student te zijn: ik heb de mogelijkheid om een beetje te laveren tussen de diensten. Uiteraard mits toestemming maar dit is eigenlijk nooit een probleem. Op de materniteit worden dan ook weinig vragen gesteld wanneer ik uitleg wat ik kom doen en ik ben hartelijk welkom.

Ik heb geluk: er zal nog een kindje het levenslicht zien. Er zijn wel wat bezorgdheden rond want mama is nog maar 28 weken zwanger. De kinderarts wordt ingelicht en alles wordt klaargezet. Het meisje komt vlot ter wereld: mama moet niet lang persen want het is een heel kleintje; nauwelijks 1.300 gram. De couveuse blijkt toch niet opgewarmd te zijn dus mag het kindje nog lekker even bij mama kangoeroeën tot ze naar haar eigen bedje kan. Ze zal nog wel even in het ziekenhuis moeten blijven maar mama wordt gerustgesteld: ze mag erbij blijven tot haar dochtertje mee naar huis mag. En ik ben weer ontroerd door het hele gebeuren.



Dinsdag 20 maart


Ook vandaag is het weer erg vroeg opstaan: om 4u30 waarschuwt de wekker dat het tijd is. Dit zal deze week en ook volgende week nog het geval zijn. Het is erg vroeg (zeker voor mij 😏!) maar we worden wel elke ochtend getrakteerd op een prachtig gekleurde lucht wanneer de zon wakker wordt. Wat me ook steeds weer opvalt wanneer we Klerksdorp binnenrijden, is dat de mooiere huizen hier geen prikkeldraad en geen elektriciteitsdraden hebben. Het voelt voor mij meteen veel vriendelijker aan.

Op de afdeling chemo is het een beetje zoals gisteren. Ik doe wat ik kan doen, stel veel vragen, krijg veel antwoorden. Een jongere verpleegkundige vraagt aan mij of ik weet welke procedure ze moet doorlopen om in België te kunnen komen werken. Hier heb ik geen flauw idee van. Ik vraag een beetje verder door. Ze wil heel graag uit Zuid-Afrika weg en in het buitenland gaan werken. Ze heeft al geprobeerd in Engeland en in Canada. Ze is hier erg gefrustreerd: ze haat de afdeling oncologie maar wordt verplicht om hier te blijven. Ondanks het feit dat er voortdurend vacatures zijn op de afdeling spoedgevallen, waar ze erg graag naartoe wil, wordt haar dit steeds geweigerd. Ze raakt hier erg door ontmoedigd en gedemotiveerd wat ik erg jammer vind want ze lijkt me een van de meer betrokken zusters te zijn.

In de namiddag worden vandaag geen kindjes geboren. Er is wel een jong meisje dat via een keizersnede zal moeten bevallen omdat haar bekken te smal is. Ze moet een formulier ondertekenen voor goedkeuring en dan is er toch iemand die ontdekt dat ze nog maar pas 17 is en er dus iemand anders toestemming moet geven voor de ingreep. Ze is zichtbaar in de war en weet het even niet goed. Uiteindelijk geeft ze haar grootmoeder op als contactpersoon. De dokter belt haar en alle formulieren moeten opnieuw ingevuld worden. Hier gaat heel wat tijd overheen en ondertussen moet het kind elke wee verder ondergaan. Ze is moederziel alleen hier in het ziekenhuis, niemand die haar bijstaat. Ik blijf bij haar om haar te ondersteunen, spreek haar moed in, stel haar gerust, ben lief voor haar. Er zijn twee andere studenten bij die duidelijk meeleven en die me vertellen hoe dankbaar ze zijn om te kunnen zien dat het ook op deze manier kan. En dan hoor ik het verhaal van eentje van hen. Ze is zelf op 16-jarige leeftijd bevallen van haar dochter. Het is inmiddels 11 jaar geleden maar het trauma is nog steeds groot. Ze kreeg geen enkele steun van de verpleging, integendeel: ze kreeg verwijten naar haar hoofd dat het haar eigen schuld was, dat ze maar beter had moeten weten, dat het nu te laat was en dat ze maar moest afzien. Een beetje moest boeten voor wat ze fout gedaan had. En ze werd ook geslagen. Voor haar is het een herademing om te zien dat een barende vrouw ook begripvol en liefdevol kan en mag opgevangen worden. Ik hoop dat het haar sterker zal maken om, eens ze afgestudeerd is, tegen de stroom in te kunnen zwemmen en te kunnen doen wat ze voelt dat juist is voor haar.

Uiteindelijk zijn alle papieren in orde voor het meisje en mag ze naar het operatiekwartier.

Op het gebied van bevallingen is er vandaag niet veel te doen maar er is andere pret: in de gang van het verloskwartier staat een man regenjasjes te verkopen aan het personeel en de studenten. Er wordt gepast en gekeurd dat het een lieve lust is en op het einde is hij zo goed als uitverkocht. Dit lijkt me ondenkbaar in België. En ja, ik heb er ook eentje gekocht 😊. Op de afdeling chemo trouwens komt elke dag een meisje langs met een winkelkarretje vol met zakjes chips, frisdrank en andere versnaperingen om haar waren aan de man te brengen.



Woensdag 21 maart


Mijn zelfvertrouwen op de afdeling chemo is al flink gegroeid. Ik ben vandaag de enige student en ben de hele ochtend in de weer. Ik begin de patiënten al wat te kennen en zij mij en hier en daar ontstaat een fijn gesprek.

Voor een dame is dit de laatste chemo. Ze is in het ziekenhuis sinds november en kan vandaag naar huis. Het zijn blije dagen voor haar: gisteren is een kleinzoontje geboren en morgen is ze jarig. Ze trakteert de verpleegkundigen op een lekkere chocoladetaart. Ze vertelt me over de weg die ze intussen afgelegd heeft: over hoe moeilijk het was om de diagnose te krijgen, over haar angsten en twijfels, over de therapie. Maar ook over het goede dat de borstkanker haar heeft gebracht: de steun die ze heeft mogen ondervinden, haar veranderde kijk op het leven en op de mensen rondom haar. Prachtige madam! Het verbaasde me al een paar dagen dat zij als blanke, zichtbaar meer welgestelde dame, in een publiek hospitaal terecht gekomen was. Ik vraag haar er niet naar maar ze vertelt zelf spontaan over haar verzekering die helemaal niet alles dekt. De mensen betalen zich er blauw aan maar als puntje bij paaltje komt moeten ze nog heel wat uit eigen zak bijbetalen. Verder had ze ook nog een paar maanden moeten wachten vooraleer ze bepaalde onderzoeken had kunnen ondergaan. Ik hoor dit verhaal dezelfde dag ook van een studente die een knieoperatie had gehad. Ook haar ouders hebben nog veel moeten opleggen voor deze ingreep. Wanneer ze klaar is, wens ik haar van harte heel veel geluk toe. Ik zal dit nog een aantal keer herhalen voor andere patiënten die vandaag klaar zijn of pas binnen een paar weken terug moeten komen voor de volgende reeks chemo.

Ook voor een andere vrouw is het vandaag de laatste keer. Dan is het een paar weken bang afwachten op de resultaten. Ze is zichtbaar erg ongerust en bang. Ik zeg dat ik voor haar zal bidden. 'Please pray hard!', fluistert ze.

Mijn plan is om vandaag ook wat infusen te steken maar het lijkt me niet zo'n goed idee om hier te oefenen. De aders van de meesten zijn door de chemo nog erg moeilijk aan te prikken en ik wil deze mensen niet nog meer laten afzien. Ik doe er wel eentje bij iemand met nog betere aders en trek ook een paar keer bloed. Dat 'trekken' mag je hier letterlijk nemen want het is met de spuit. Ik ben dan ook erg trots op het resultaat 😃.

Ik vertel de verpleegkundige over het 17-jarige meisje van gisteren. Zij heeft blijkbaar op dit vlak al heel wat gezien en het meest schrijnende was voor haar het verhaal van een 9-jarig meisje. Het kind had al verschillende malen aangegeven dat de vriend van haar moeder dingen met haar deed die niet oké waren. Haar moeder geloofde haar echter niet tot de school belde om te zeggen dat er iets mis was met haar dochtertje. Die bleek zwanger te zijn van de vriend. Ze was net geen 10 toen ze mama werd ... Ze vertelt ook van de 'grants' die mensen ontvangen voor hun kinderen, een soort kinderbijslag. Vaak worden jonge meisjes zwanger om dit geld te kunnen krijgen. Ze realiseren zich echter niet hoeveel een kind eigenlijk kost. Het resultaat is veel erg ondervoede kinderen met mentale retardatie (verstandelijke beperkingen) tot gevolg. De kwaadheid en de machteloosheid over deze toestanden zijn van haar gezicht en haar lichaamstaal af te lezen.

In de namiddag trek ik opnieuw naar de materniteit. Er zijn op dat moment 3 vrouwen in arbeid. Ze liggen alle drie op dezelfde kamer, enkel gescheiden door een dun gordijn. In deze kamer bevinden zich ook nog eens het toilet en de douche voor de andere dames op de gang ...



Het eerste kindje dat geboren wordt, blijkt heel veel geluk te hebben gehad. Er zit namelijk een knoop in zijn navelstreng. De gevolgen hadden groot kunnen zijn: van achterstallige groei tot beschadiging van de baby tot een dood kindje. Dit is afhankelijk van in welke mate de knoop de aders in de navelstreng afknijpt.  Gelukkig doen deze complicaties zich uiterst zelden voor en is er bij deze baby van meer dan 4 kg geen sprake van groeivertraging. De opwinding hierover is groot en er wordt me gevraagd om foto's te nemen van deze bijzondere gebeurtenis 


Een tweede vrouw is eigenlijk nog een meisje. Amper 17 is ze en doodsbang over wat haar staat te gebeuren. De weeën doen haar pijn en ze lijkt de wanhoop nabij. Ze vraagt om haar te helpen, voelt zich in de steek gelaten door de dokters. Ik blijf de hele tijd bij haar en ze leunt heel erg op me. Ik probeer haar er een beetje door te praten, vraag om me te vertrouwen wanneer ik zeg dat ik weet dat ze dit aankan, dat ze sterker is dan ze denkt en dat het voorbij zal zijn wanneer ze haar kindje in haar armen kan houden. Dat haar baby haar wil ontmoeten, erg graag bij haar wil zijn. Ik zal deze woorden vaak herhalen en wordt even terug gekatapulteerd in de tijd toen ik diegene was die ondersteuning en vooral veel liefde nodig had.

Een dokter die ik nog niet gezien had, komt binnen. Ze is een verademing voor me. Ze wil het meisje onderzoeken en neemt er haar tijd voor. Ze is geduldig en lief, wacht op het tempo van het meisje, geeft uitleg over wat ze gaat doen. Het onderzoek is heel pijnlijk, ik houd haar hand vast en spreek haar bemoedigend toe. Wanneer het onderzoek gedaan is, zoekt ze troost in mijn armen en ik wieg haar even heen en weer. Bij het buitengaan hoor ik de dokter tegen de andere aanwezigen zeggen: "This is how you should do this".

Ze heeft op dat moment acht centimeter ontsluiting. Een half uurtje later merk ik een verandering op bij de tiener. Volgens de studenten zal het nog een minstens twee of drie uren duren vooraleer ze zal bevallen omdat ze nog maar acht centimeter ontsluiting had en het haar eerste kindje is. Er wordt dan ook niet verder naar omgekeken. Ik geloof er echter niets van: de weeën volgen elkaar in sneltempo op, de pijn wordt duidelijk heviger en ze heeft het gevoel naar het toilet te moeten. Ik kan dit enkel meegeven, verder kan ik niets doen. Ik blijk gelijk te hebben, korte tijd later kondigt het kindje zich effectief aan. Het is erg overweldigend voor het meisje en ze schreeuwt het uit. Alle angst en alle pijn liggen in die kreet vervat. En ze krijgt hiervoor ruzie. De verpleegkundige is boos op haar omdat ze schreeuwt. Ze schreeuwt eigenlijk terug: dat ze moet stoppen met roepen, dat ze haar krachten moet sparen, dat de pijn er nu eenmaal bijhoort. Bij elke perswee hetzelfde scenario. De zuster houdt zelfs haar hand op de mond van het meisje om haar het zwijgen op te leggen. Naast de pijn en de angst zie ik bij het meisje ook het schuldgevoel groeien. "Sorry" zegt ze elke keer, met een schuldbewuste blik in haar ogen. En dit is voor mij een ongelooflijk moeilijk moment. Ik voel me zo ongelooflijk machteloos en boos. Ik zou zo graag willen zeggen dat ze haar moeten laten schreeuwen als dit de manier is waarop het voor haar draaglijker wordt, dat ze hier het recht toe heeft, dat ze mag bevallen op haar manier. Dat ze haar geen schuldgevoel moeten aanpraten maar haar net moeten ondersteunen en extra lief moeten zijn nu ze het zo moeilijk heeft. Dat ze niet over haar moeten oordelen. Maar ik weet dat het mijn plaats niet is om dit te zeggen. Mijn tanden missen volgens mij nu een stukje glazuur. Ik blijf haar er gewoon mee doorheen praten en haar hand blijft de mijne stevig omklemmen.

En dan het verlossende kreetje en mag ze haar dochtertje welverdiend eindelijk in haar armen houden. Haar vreugde is groot en ik vertel haar hoe trots ik op haar ben. Haar moeder, die de hele tijd buiten heeft zitten wachten, komt binnen. Ze is zo ongelooflijk blij. Ik feliciteer haar en zeg dat ik weet wat het is omdat ik ook een oma ben. Ze omhelst me ontroerd. We behoren tot dezelfde clan en dat schept meteen een band: we voelen dezelfde overweldigende liefde, dragen dezelfde trots. Hier hoeft niets meer over gezegd te worden.

Ik hoef niet lang te wachten op baby nummer drie. Bij deze mama-in-spé staat het zweet op haar voorhoofd. Ik dep haar af en toe met een nat doekje en sta ook haar bij in deze moeilijke uren. Zij ondergaat de pijn in stilte. Ze staat op haar gezicht te lezen en ze fluistert het me ook toe. Het valt op dat dezelfde zuster zo veel vriendelijker is tegen haar en veel meer uitleg geeft over wat er aan het gebeuren is. Het contrast is zo enorm groot ... Ook dit kleintje wordt vlot geboren en alles is gelukkig in orde. En ik merk dat elke geboorte mij weer enorm ontroert.

En dan is het weer tijd, de bus wacht immers niet. Ik neem afscheid van mijn pupil. De hele wereld zit vervat in de manier waarop ze 'thank you' zegt. Zowel haar woorden als haar gezicht zijn heel sprekend. Heel graag gedaan, mama, ik moet jou bedanken. Voor het vertrouwen dat je in me stelde, voor het feit dat ik dit stukje met jou mee mocht gaan. En oma: die staat ondertussen erg fier te blinken met de kleine meid in haar armen.

Nog een leuk detail: ze zeiden vandaag een paar keer 'dokter' tegen me 😀.



Het is steeds een gezellige boel wanneer we staan te wachten op de bus ...



... met deze verkopers die proberen hun waren aan de ingang van het ziekenhuis aan de man te brengen ...









... een praatje met hen is nooit ver weg en deze lieve man wil ontzettend graag op de foto



Op de campus is het ondertussen druk: een andere richting viert de afgestudeerde studenten ...



... en dit schattige stokstaartje is een nieuwsgierig aagje ...



... dat het zelfs aandurft om aan mijn schoen te komen snuffelen. Ik moet hier wel een heel tijdje onbeweeglijk voor blijven zitten want hij schrikt van de kleinste beweging. Maar het is weer een leuk moment op mijn palmares 😻






Reacties

Populaire posts van deze blog

Op safari (Linda)

Johannesburg: stad met vele gezichten (Linda)

Het weekend in beeld (Linda)