Op de radiotherapie (Linda)

Dinsdag 12 maart


Na een onverwacht dagje verlof wegens een misverstand bij ons vervoer, vandaag de eerste dag stage in het ziekenhuis van Klerksdorp. Ik had er erg naar uitgekeken en ben allesbehalve teleurgesteld.

Eerst gaan we langs bij het hoofd van het ziekenhuis. We moeten nog een tijdje wachten want ze is er nog niet. Van letterlijk iedereen die passeert, krijgen we een vrolijke goeiemorgen toebedeeld. Je zou van minder goedgezind worden. Ik word hierna naar de afdeling oncologie gebracht en kom middenin een soort 'les' terecht waar alle aanwezige verpleegkundigen en stagiaires aandachtig aan het luisteren zijn. Wat me meteen opvalt, is de betrokkenheid van de zusters. De vragen die ze stellen, getuigen van een groot oog voor het welzijn van de patiënten. Na het ochtendgebed waarbij iedereen in een kring staat en elkaars handen vasthoudt, worden de taken verdeeld. En ik besef dat ik stilletjesaan verliefd aan het worden ben. Verliefd op dit land en dan vooral op zijn bewoners. Op de warmte, de lach, de hartelijkheid, de genegenheid die me steeds weer ten deel vallen. En ook een beetje op het goede weer natuurlijk 😎.

Ik krijg een rondleiding over de hele afdeling. Het blijkt een grote ward te zijn; het is het enige oncologische centrum in de wijde omtrek. Sommige patiënten moeten vier uur reizen om er te geraken. Ik word langs de vrouwen- en de mannenafdeling geloodst, langs de dagzaal chemotherapie en langs de radiotherapie. Hier en daar krijgt een patiënt een knuffel van de zuster. Op deze laatste afdeling zal ik de verdere dag doorbrengen.

Ik word meteen uitgenodigd om toe te kijken bij de brachytherapie. Dit is een vorm van plaatselijke bestraling. Het gaat vandaag om vrouwen met baarmoederhalskanker. Er worden allerlei instrumenten ingebracht wat een pijnlijke affaire blijkt te zijn. Ik probeer te troosten waar ik kan. Gelukkig krijgen ze wel pijnmedicatie en een lichte sedatie (verdoving). Er wordt me verteld dat ze zich hier achteraf niets meer van herinneren. Ik hoop het voor deze moedige vrouwen. Er wordt een CT-scan gemaakt om te kijken of alles op zijn plaats zit en de dokter maakt de planning op: ze vertelt eigenlijk aan de computer waar er bestraald moet worden en er wordt getracht om zoveel mogelijk de omliggende weefsels te sparen. Dan volgt de eigenlijke bestraling.

Tussendoor doet de dokter consultaties. Ik heb meteen een grote bewondering voor haar. Ze is zo warm en vriendelijk en zo begaan met haar patiënten dat ze duidelijk door hen op handen wordt gedragen. Zo kan een vrouw, die er al van deze morgen 8 u was, pas om 13u30 gezien worden. Toch komt ze nog met de glimlach binnen en nergens bespeur ik irritatie wegens het lange wachten. De dokter neemt haar tijd voor de patiënten. Ze vraagt hoe het gaat, of er ongemakken zijn en doet ook een fysiek onderzoek. Bij een oudere dame wiens borst is geamputeerd, ontdekt ze een gezwollen lymfeklier. Haar gezicht wordt zorgelijk en ze neemt meteen een punctie. Ik kan haar helpen door de borst (en de hand) van de vrouw vast te houden. Ze is zichtbaar verontwaardigd omdat een collega dit bij een vorige controle niet opgemerkt heeft. Je moet je tijd nemen voor je consultaties ... Het is 6 weken wachten op de uitslag van de biopsie; 'oma' wordt doorverwezen naar het ziekenhuis in Potchefstroom om ondertussen de klier te laten verwijderen. Bij een andere dame die klaagt over diarree, vermoedt ze een verstopping in de darmen. Deze wordt meteen doorgestuurd naar de radiologie om een foto te laten nemen. Later blijkt dat ze gelijk heeft. De dame wordt verder geholpen met advies. En zo wordt de ene na de andere patiënt gezien en gehoord. Ik zie een borstamputatie met een lelijk litteken omdat de chirurg te veel weefsel heeft laten zitten, pigmentatie van de huid door de bestralingen (hoe donkerder de huid, hoe meer pigmentatie), huidirritatie. Naar elke klacht wordt geluisterd.

Ik krijg erg veel uitleg en tussendoor vertelt de dokter ook dingen over zichzelf. Ze werkt 24/7 en krijgt amper overuren uitbetaald. Ze werkt dus heel veel gratis. Maar dat vindt ze niet erg: 'these patients are my family'. Ze komt zelf uit een armere omgeving (ik vermoed dat ze een Indische achtergrond heeft) en ze weet wat deze mensen doormaken. Haar gulle lach (mét putjes in haar kaken) maken haar ontwapenend, evenals haar humor en haar medeleven. Een toonbeeld van inspiratie voor me!

Ik mag ook meelopen bij de 'gewone' bestralingen. Ik kijk toe hoe patiënten in de juiste positie worden gelegd zodat de stralen op de juiste plaats terechtkomen. Er worden hulpstukken gebruikt, er wordt gepast en gemeten. Voor elke patiënt is het anders. Na een paar minuten is het voorbij en is het meteen aan de volgende. Er zullen vandaag een 35-tal mensen onder de machine gaan. Ook dit personeel is ontzettend vriendelijk voor de patiënten.



Het is een heel indrukwekkende machine. Op de tafel zie je een masker liggen, dit is om het hoofd tijdens de bestralingen in de juiste positie te houden. Het masker wordt bevestigd aan de tafel. Een patiënt die voor de eerste keer bestraald wordt, krijgt last van claustrofobie. Hij krijgt even tijd om te wennen.


Woensdag 13 maart en donderdag 14 maart


Ik ben deze keer op tijd om de briefing mee te maken. Elke patiënt wordt bezocht met het hele team. Ik heb ze even geteld: we zijn met een 30-tal. Erg efficiënt lijkt dit me niet. Je kan nauwelijks horen wat er verteld wordt. Iedereen haast zich om de naam van de patiënt te kunnen opschrijven en welke behandeling die krijgt. Het gaat over een 50-tal patiënten dus het zijn er wel wat. De meesten liggen met 10 op een zaal met nauwelijks privacy. Er zijn zelfs geen gordijntjes tussen de bedden. Er liggen patiënten die middenin een behandeling zitten en die nog vrij zelfredzaam zijn, anderen zijn er slechter aan toe. De meesten liggen hier tijdens hun hele behandeling die 6 tot 10 weken kan duren omdat de afstand te ver is om ambulant de chemo of de radiotherapie te kunnen krijgen.

Na de briefing is er opnieuw een 'groepsmoment'. Eerst worden de dienstmededelingen voorgelezen. Bij ons worden die gewoon doorgemaild naar alle personeelsleden. De bladeren met de mededelingen worden rondgegeven en iedereen moet handtekenen dat hij of zij de boodschap heeft gehoord.

En dan komt de matron aan het woord. Blijkbaar loopt er het een en ander mis op de afdeling. De betrokkenheid die ik gisteren meende te voelen, blijkt relatief te zijn. Zowel vandaag als morgen zal ze haar personeel streng toespreken. Ze wil meer structuur, meer samenwerking, meer verantwoordelijkheid. Er moet gewerkt worden in plaats van alleen te staan kletsen en te staan lachen. De thee- en de lunchtijden moeten gerespecteerd worden. Ze laat zich niet bedotten: wie niet mee wil, mag vertrekken. Ook voeding is een taak van de verpleegkundigen en niemand mag nog eten van de patiënten mee naar huis nemen (!). Bestek verdwijnt snel in de schuiven van de patiënten. Zo waren er nog maar 5 lepels voor 25 bedden. Hier moet dus beter toezicht op gehouden worden. Er wordt voorgesteld om het bestek te tellen voor de bedeling en ook nadien zodat het juiste aantal terug komt.

Ik word deze dagen verder toegewezen aan de radiotherapie. Het zijn eerder rustige dagen. Er is geen brachytherapie, enkel gewone radiotherapie. Ik begin de patiënten al een beetje te kennen en zij mij. Ik schrijf hen mee in, neem een paar keer bloed. Er is een dame die deze dagen elke dag bloed moet laten nemen. Haar aders zijn nog moeilijk aan te prikken vanwege de chemotherapie. Ze komt elke dag vrolijk binnen met een 'hier is die moeilijke patiënt'. Ze heeft baarmoederhalskanker, stadium IIIB. Vrijdag moet ze terugkomen voor de brachytherapie. De verpleegkundige probeert om ineens een infuus te steken zodat er vrijdag niet nog eens geprikt moet worden maar het lukt niet. Wanneer de naald in de ader gaat, schreeuwt deze patiënte het uit. Ik neem haar hand vast en ze knijpt er erg hard in. Na de bloedname neemt ze me spontaan heel stevig vast. Ik zeg tegen haar dat ik haar geen moeilijke patiënt vind maar net een heel moedige, dat het erg moeilijk moet zijn voor haar en dat het me spijt voor haar. Haar masker valt even af en ik mag eventjes haar kwetsbare kant zien. Ze huilt en neemt me nog extra stevig vast. We hebben geen verdere woorden nodig. We weten beiden dat ze het niet zal halen.



Stadia van baarmoederhalskanker. De patiënten die hier terecht komen, zitten meestal in stadium IIIB. De kanker zit dan al tot tegen het rectum of tot tegen de blaas en een operatie is dan niet meer mogelijk. Ze hebben een levensverwachting van nog 1 à 2 jaar



Er is wel wat tijd om te praten met de verpleegkundigen en de radiotherapeuten. We hebben het over de problemen op de verpleegafdelingen. Veel mensen gaan verpleegkunde studeren omdat het hen een vaste job en een goed loon oplevert. In hun hart zijn het echter geen verpleegkundigen. Patiënten worden niet altijd behandeld zoals ze zouden moeten. Er wordt vaak grof tegen hen gedaan, zeker 's nachts. De oudere studente die mee op deze afdeling staat, vertelt dat ze eens veel ruzie heeft gekregen omdat ze het eten aan de patiënten had bedeeld zodat er niets overbleef voor de staf. Blijkbaar wordt het eten gewoon gestolen en krijgen sommige patiënten niets of heel weinig. Ze weigeren ook vaak om verpleegkundige taken uit te voeren, zoals bloed nemen. De dokter moet dit dan maar doen. En zo zijn er nog heel veel zaken die mis lopen. Het is moeilijk voor de wel gemotiveerde zusters om hun werk naar behoren te kunnen doen. Vroeger was dit ziekenhuis een privé-ziekenhuis. Er is dan een nieuw privé-ziekenhuis gebouwd even verderop en het merendeel van het personeel is mee naar het nieuwe ziekenhuis verhuisd. Vanaf toen zijn de problemen begonnen. De matron probeert wel orde op zaken te stellen maar volgens de zuster op de radiotherapie zou ze eigenlijk nog veel strenger moeten zijn om dingen te kunnen veranderen. En het probleem situeert zich niet alleen op deze afdeling maar eigenlijk op het hele ziekenhuis.

Een tweede onderwerp dat aan bod komt, is dat van de clinics. Doordat de verpleegkundigen diagnosen stellen, worden patiënten soms te laat doorverwezen. Zo was er een vrouw die al een jaar lang last had van bloedingen. Er werd elke keer een andere reden voor opgegeven. Uiteindelijk is ze dan toch doorverwezen maar toen bleek het al te laat te zijn: baarmoederhalskanker in een laat stadium. Ze heeft niet lang meer geleefd. Patiënten kunnen niet zelf een afspraak maken bij een specialist. Ze moeten hiervoor eerst doorverwezen worden. En daar wringt regelmatig het schoentje ...

Woensdagavond nadat we uit de bus stappen nog een gesprekje met Simond, een studente naar mijn hart. Ze wil na haar opleiding verder studeren voor dokter. Ze heeft vandaag nog een bevalling gehad, wat ze eigenlijk helemaal niet graag doet. Het kindje was er eventjes slecht aan toe en ze stelt haar eigen houding in vraag. Ze is deze weken anders over verpleegkunde gaan denken en is gaan beseffen dat je als verpleegkundige echt wel een verschil kan maken. Hoe belangrijk de manier is waarop je met je patiënten omgaat. Ze zegt dat ik voor haar deze deur heb geopend. Ik vind dit veel te veel eer voor mezelf (zij is eerder een inspiratiebron voor mij) maar vind het knap van haar hoe ze naar zichzelf kan kijken en bereid is om te groeien. Een erg wijs meisje!

Vanaf volgende week sta ik op de afdeling voor de chemotherapie. Het zullen weer hele andere ervaringen zijn!



Om onze werkweek af te sluiten, gaan we cocktails drinken met de meisjes 🍹












Reacties

Populaire posts van deze blog

Op safari (Linda)

Johannesburg: stad met vele gezichten (Linda)

Het weekend in beeld (Linda)